Juli is echt een maand voor Tuingeluk! Er hoeft maar weinig in de tuin te gebeuren, dus wie het graag lekker kalm aan doet, moet vooral heerlijk genieten van weer en wind, de planten en alle dieren die langs komen. Voor wie het Tuingeluk juist in lekker bezig zijn ervaart, kan overigens ook nog helemaal gelukkig worden!

BEMESTEN, ONDERHOUDEN EN VERZORGEN IN JULI

• Maak na zware regen even een rondje door de tuin en geniet van al die diamantjes op de planten. Daarna de planten wel even uitschudden, zodat ze minder topzwaar zijn en zich sneller verheffen.
• Verwijder uitgebloeide bloemen en geef de planten voeding. Zitten er gaten in de border, maak dan een lijstje met aanvulling of vervanging voor in het najaar.
• Pas op voor uitdroging van de potten, zeker als het weer warmer wordt. Geef ook voldoende voeding.
• Stel water geven in de tuin zo lang mogelijk uit, planten moeten voor zichzelf kunnen zorgen. Als je water geeft, doe dat dan ’s morgens heel vroeg of aan het begin van de avond. Tijdens droogte wel wat vaker sproeien.
• Bind jonge uitlopers van klimplanten en leiheesters aan en verwijder dode takken uit struiken en bomen. Nu kun je goed zien wat dood is.
• Blijf nog steeds wieden, geef bloeiende planten voeding en geef kastomaten water en mest.
• Snijbloemen plukken en eventueel bloemen drogen. (Bijv. Achillea)
• Wanneer je bloemen van lathyrus blijft plukken, dan blijven ze doorbloeien.
• Het gras regelmatig blijven maaien en bemesten.
• Tweejarige planten zaaien.

Geef cactussen en vetplanten voldoende water
Succulente planten vullen hun reservevoorraden water en voedsel vooral in de zomer aan. Ze kunnen dan ook stevig groeien. Zorg dat ze niet droog komen te staan, maar zorg ook voor goede drainage. Vetplanten staan niet graag lang met hun wortels in te natte grond.
Let op oorwormen bij Dahlia’s
Dahlia’s zijn weer ‘in’. Dus ontdekken veel mensen ook dat oorwormen graag in de bloemen kruipen en daar schade aanrichten. Vang ze met een oorwormenpot die gevuld met stro, houtwol of hooi ondersteboven op een (bamboe)stok bij de dahlia’s wordt geplaatst. Daar kruipen de dieren overdag in (ze zijn vooral ’s nachts actief) en dan kun je ze overdag eenvoudig verwijderen.
Blijf je rozen goed verzorgen
Knip of trek wilde scheuten bij rozen diep weg zodra je ze ziet. Je herkent ze aan de meestal lichter groene kleur en ze zijn veel dichter met stekels bezet dan de veredelde takken van je rozenplant. ‘Wilde scheuten’ komen recht uit de grond (uit de wortels). Ze gaan nooit bloeien, maar nemen wel de kracht voor de veredelde takken weg. Beter dan ze af te knippen kun je ze los draaien bij hun aanhechting. Wanneer je rozentakken diep snoeit, doe dat dan zoveel mogelijk onder grondniveau. De lelijke stompen die anders blijven zitten, kunnen namelijk een echte infectiepoort voor met name schimmels worden.
Tip:
Wanneer je rozen in een vaas zet, doe dan in ieder geval snijbloemenvoedsel in het vaaswater. Bij warm weer ontwikkelen zich namelijk heel snel bacteriën en algen in het water, die de levensduur van de rozen flink kunnen bekorten.
Sproeien
Doe dat zeker als er droogte is voorspeld. Sproei het liefst ’s morgens vroeg of ’s avonds laat, omdat dan de verdamping het minst is en je dus zuiniger met water kunt omspringen. Vergeet ook hangmanden en planten in potten en bakken niet. Een flinke regenton die aangesloten is op een regenpijp, spaart enorm veel leidingwater uit en regenwater is uitstekend voor planten. Zet de ton (met een kraantje) op een verhoging, zodat je makkelijk water kunt tappen.
Gazon maaien
Blijf wekelijks gras maaien, maar stel bij langdurige droogte de maaier wat hoger af: op 4 à 5 cm. Als het gras verbruind is, tijdelijk niet meer maaien.

PLANTEN EN ZAAIEN IN JULI

• Veel tweejarige planten, zoals duizendschoon, akelei, stokrozen en violen kun je nu nog prima zaaien.
• Om het zaaisel vochtig te houden wordt vaak een vochtige juten zak over de plek gelegd tot de kiemplantjes zichtbaar worden. Zo’n zak of lap gaat ook vogelvraat tegen. Vooral violen moeten vrij vochtig opgroeien, evenals vergeet-mij-nieten.
• Je kunt nu nog damastbloem of nachtviool zaaien. Deze plant (Hesperis matronalis) wordt 80 cm hoog en bloeit met heerlijk geurende, vooral ’s avonds en ’s nachts, witte of violette trossen bloemen aan de einden van de stengels. Na zachte winters en op gunstige plekken komen ze soms jaren achtereen weer op. Ze lijken een beetje op judaspenning en je kunt ze nu nog zaaien, of natuurlijk als plantje kopen.
• Voor oogst in oktober-november kun je nu herfstrassen van groenten zaaien, o.a. andijvie, sla, knolletjes, bieten, savooiekool en voor de laatste keer dit jaar zomerworteltjes en spinazie. Ook kruiden zoals kervel, koriander, lavas, peterselie kun je nog zaaien.
• Volgens professionele kwekers is juli de beste maand om aardbeien te planten. Plant ze in rijen met 75 cm ruimte tussen de rijen en in de rij met ca. 30 cm tussenruimte. Bij eenmaal dragende aardbeien na de oogst het blad terugsnoeien.
• Sommige planten vormen, als ze zijn uitgebloeid, prachtige zaaddozen. Als je die ziet, kun je ze het beste laten zitten om er veel langer van te genieten. Soms kan dat tot in de winter. Het is wel zo dat zaadvorming de planten veel energie kost. Volgt er niets moois als de bloemen zijn uitgebloeid, dan is het om die reden meestal beter de uitgebloeide bloemen direct te verwijderen voordat er zaad kan worden gevormd. In dat geval zullen veel planten langer doorbloeien.
• Tot halverwege deze maand kunnen zaden van sommige soorten keukenkruiden nog snel kiemen en vlot doorgroeien nadat ze zijn gezaaid. Dat geldt bijv. voor selderij, bieslook, peterselie, kervel en een minder algemeen toegepast kruid dat eenjarig bonenkruid heet. Onze oosterburen gebruiken dat kruid (er bestaat ook winterbonenkruid) veel vaker dan wij. Het is heerlijk bij allerlei peulvruchten en bevordert de spijsvertering. Het blad is ook goed te drogen (dan vlak voor de bloei plukken) voor toepassing in de koude tijd van het jaar.

OOGSTEN IN JULI

Het is tijd om van alles al te oogsten: groenten en fruit (bessen, frambozen, Japanse wijnbes enz.), kruiden en zaden, maar ook snijbloemen. Uiteraard ook kruiden plukken voor vers gebruik.

• Zacht fruit, zoals frambozen en bessen, regelmatig doorplukken. Zwarte bessenstruiken na het leegplukken snoeien om de struiken te verjongen: haal ieder jaar enkele van de oudste takken weg. Ook de aardbeien doorplukken en bij eenmaal dragende aardbeien na de oogst het blad terugsnoeien.
• Courgettes en bonen steeds vrij jong plukken. Dit geeft namelijk de lekkerste oogst.
• Na de oogst aardbeien terugknippen.
• Bladkruiden zoals laurier, salie en lavendel, bonenkruid, citroenmelisse, hysop en tijm kun je het beste nu plukken om ze te drogen. Ze zijn nu op hun mooist/best.
• Gedroogde lavendel werd vroeger vaak in linnen zakjes tussen het linnengoed gelegd. Dat geeft een lekkere geur, maar weert ook motten, luizen en ander ‘ongedierte’.
• Bloemen drogen kan op verschillende manieren: aan de lucht op een plek in de schaduw, in de magnetron en met gelkorrels. Drogen in de magnetron luistert heel nauw, maar de kleur blijft vaak erg goed behouden.
• Blijf bloemen van lathyrus plukken (dan blijven ze doorbloeien).

SNOEIEN IN JULI

Met name snelgroeiende hagen, zoals liguster en buxus kun je nu nog snoeien, maar doe het dan wel zo gauw mogelijk. Snoei ook nog vroeg bloeiende heesters, zoals en Kerria, als je dat nog niet hebt gedaan. Ook de blauwe regen moet worden gesnoeid. Snoei daarbij de ranken terug tot op zes knoppen.

• Snoei bij klimrozen enkele van de oudste takken weg en bind nieuwe aan. Snoei bevordert nieuwe groei. Ook bij heesterrozen (waar botanische soorten bij horen) kun je oude takken verwijderen. Bij sterk rankende klimrozen (ramblers), maar ook bij leifruit moet voor eind juli de zomersnoei zijn uitgevoerd.
• Sommige vaste planten kun je kort afsnoeien voor tweede bloei, dit lukt vaak bij soorten zoals fijnstraal, riddersporen, lupinen en salie.
• Het is aan te raden deze maand de jonge scheuten van de blauwe regen terug te knippen tot op 50 cm. Het bevordert een rijkere bloei volgend jaar.
• Appels- en perenbomen die worden geleid (als snoer of U-vorm aan draad) moeten iedere zomer worden gesnoeid. Elk jaar wordt bij de snoervorm de stam wat verlengd (langer gelaten) terwijl de zijtakken die zich daarop hebben gevormd, in de zomer worden teruggeknipt tot op 6 à 8 bladeren. In de winter worden die twijgen nog verder ingenomen. Dit leidt ertoe dat de fruitbomen maar weinig ruimte innemen, terwijl er veel vruchthout wordt gevormd. Bij de U-vorm worden op de stam twee gesteltakken gekweekt (in de vorm van een U).
• Heesters die in het voorjaar bloeien, zoals Ribes, Forsythia en Spiraea, kunnen na de bloei worden teruggesnoeid. Zo hou je ze in toom en vorm. Omdat ze volgend jaar bloeien aan twijgen die nu nog gevormd gaan worden, wordt de komende bloei er niet minder door. Snoei je deze struiken niet, dan worden ze steeds hoger en bloeien ze alleen nog maar bovenin. Dat geldt trouwens ook voor opgaande bloeiers zoals Clematis montana en de winterjasmijn (Jasminum nudiflorum). Snoei die als ze eenmaal groot genoeg zijn elke zomer wat terug.

TOT SLOT

Neem vakantiemaatregelen! Maai het gras vlak voor je weggaat nog een keer en werk de graskanten bij. Knip alle uitgebloeide bloemen af. Grondig onkruid wieden en eventueel alsnog een mulchlaag tussen de planten aanbrengen nadat je hebt gesproeid (dus op vochtige grond).
Benieuwd naar wat er juli allemaal bloeit, kijk dan op Wat bloeit er nu en in de andere maanden en ga dan naar de maand juli.