Tips voor klussen in huis

Door Geld & Woning

12 tips voor klussen in huis

  1. Maak een planning. In mijn schrijfwerk en in mijn privéleven ben ik nogal een structuurmiep. Alles wat ik kan plannen en structureren, zal ik plannen en structureren. Maar gek genoeg zijn mijn organisatieskills als sneeuw voor de zon verdwenen als het op klussen in huis aankomt. Ik heb dan het overzicht niet, weet vaak niet wat er allemaal moet gebeuren of bedenk compleet onlogische klusvolgordes. Daarom ga ik er altijd vooraf voor zitten om met iemand anders (het liefst met iemand met meer kluskennis dan ik) een goede klusplanning te maken. Voor dit huis hadden we bijvoorbeeld een strakke klusdeadline voor de bovenverdieping, omdat we alles geverfd wilden hebben voordat de vloeren worden gelegd. Daarom hadden we vooraf al een complete Excel gemaakt met wat we elk weekend zouden doen. Dat bespaarde mij veel kip-zonder-kop-neigingen en overbodige gedachten als “Ik overzie het allemaal niet mééhéér” insert de dramatische stem hier.
  2. Denk niet dat je al het klussen in huis alleen moet doen. Oké, er zijn mensen die zelf handige klussers zijn én het reuze-leuk vinden om elke vrije minuut timmerend door te brengen. Als jij dat bent, lucky you. Doe vooral zoveel mogelijk zelf als je er plezier in hebt. Maar ik merk dat verbouwen en klussen mij veel meer stress bezorgt dan de gemiddelde krappe schrijfdeadline. Mijn les uit beide verhuisavonturen is dan ook: doe het niet allemaal alleen. Kijk familie of vrienden lief aan voor kleine projecten die je niet in je uppie of met z’n tweeën voor elkaar krijgt. Zet klussen op Werkspot en voel je ook niet bezwaard als je bijvoorbeeld een schilder inschakelt (ook niet als je zelf prima schilderen). Het is soms best wat geld waard om zelf enigszins heelhuids en happy uit de verbouwing te komen. Daar heb ik soms met liefde een paar honderd euro voor bijvoorbeeld een plafondschilder voor over.
  3. Bouw een gereedschapsinboedel op. Ik herinner me nog dat mijn eerste kennismaking met de buurman in het appartementencomplex was toen ik om een hamer moest vragen voor een IKEA-kastje. Tikkie gênant. Maar ik had nu eenmaal nul gereedschap in huis. Mijn gedachte was toen “Hoe vaak gebruik ik dat nou? Ik leen het wel!”. Inmiddels heb ik wel door dat sommige typen gereedschap heel handig is om wél zelf te hebben. Ook als je geen zelfbenoemd hobbyklusser bent. Wij hebben dan ook inmiddels een kist vol standaard gereedschap en hebben onszelf daarnaast op een goede klusladder, een boormachine, een elektrische zaag en een hele set schroevendraaiers getrakteerd.
  4. Kijk je familie of vrienden lief aan om spullen te lenen. Daarnaast is er gereedschap dat je écht bijna nooit nodig hebt. Dat soort gereedschap kun je misschien wel lenen (van een vriend of familielid of van je buren). Wij hadden bijvoorbeeld voor het verven twee trappetjes nodig, maar vonden het wat overdreven om zelf mijn ladders te kopen. Gelukkig was mijn schoonvader zo lief om ons één ladder te lenen. Daarnaast heb ik al van alles geleend van familie: een koevoet, een elektrische heggenschaar, een steekkarretje… En als je geen familie of vrienden met een goede inboedel hebt, kun je je geluk beproeven in Facebook-groepen of op het platform Peerby. Daar kun je soms voor een klein bedrag eenmalig gereedschap lenen.
  5. Maak je niet te druk over tegenslagen. Bijna altijd bij klussen in huis zitten er wel dingen tegen. Zo moest in mijn huidige appartement de complete (mooi geel geverfde) muur opengebroken worden omdat de stopcontacten niet werkten. Daar ging mijn o zo mooie muur, waar ik vier lagen verf op had moeten gooien… Inmiddels probeer ik er nuchter in te staan als dingen tegenzitten. Het loopt bij klussen nu eenmaal niet altijd zoals gepland. Ga ervan uit dat je soms op een tegenslag stuit en laat los dat het vast in één keer perfect gaat. En als er iets tegenzit, denk er niet te lang over na en raak niet te snel geïrriteerd. Geef die bijkomende kosten uit, stort je opnieuw op de klus en geniet extra van het resultaat.
  6. Bereid je voor op uitloop. In lijn met het punt hierboven: je kunt nog zo’n mooie planning maken, er zullen altijd dingen zijn die meer tijd kosten. Houd daar vooraf alvast rekening mee, door bijvoorbeeld één week of (bij grotere projecten) zelfs een maand speling in te lassen. Dan kom je niet direct in de knel wanneer je op tegenvallers stuit of dingen meer tijd kosten.
  7. Klus niet overal tegelijk. Als je, zoals ik, niet zo lekker gaat op rotzooi overal om je heen, is het fijn om niet van elke ruimte of hoek een overhoop gehaalde plaats delict te maken. Werk per kamer of per hoekje en kies één kamer uit die je steeds netjes houdt of waar je niets doet. Wij hadden bijvoorbeeld voorheen de benedenverdieping als nette ruimte. Als ik even klaar was met alle verfrommel, kon ik me daar rustig terugtrekken. Op dit moment is het beneden juist een puinzooi en zie ik de bovenkamers als een fijn en net plekje.
  8. Check de bouwmarkt-aanbiedingen. Zeker voor verfpotten! De verf van merken als Flexa en Histor is bijna altijd wel ergens in de aanbieding. Check op websites als Voordeelmuis waar je ze die week het goedkoopst kunt scoren. Dat kan je zo tientallen of zelfs honderden euro’s schelen. Zo kochten wij de verf van Flexa met een ‘2 halen 1 betalen’-deal. Best fijn als je net zes potten verf nodig hebt!
  9. Vergeet je pauzes niet (en maak die extra feestelijk). Ja, het kluswerk is misschien sneller gefixt wanneer je alsmaar doorgaat en je broodje al klussend naar binnen schuift. Maar als je, net als ik, niet zo’n klusliefhebber bent, is het veel fijner om écht een lunchpauze in te lassen. Neem je waterkoker mee en maak je lunch of snacks net iets feestelijker dan anders. Dat maakt zelfs de meest slopende klusdag leuker.
  10. Laat je kluskleding op de klusplek liggen. Dit klinkt als iets heel kleins, maar het doet voor mijn humeur veel goeds. Bij het klussen in mijn appartement ging ik altijd in kluskleding al naar het huis en liep ik er daardoor continu in kluslook bij. Ik ben dol op vrolijke kleding en mooie jurkjes, dus na twee weken in een joggingbroek en een met verf besmeurde trui voelde ik me een niet zo happy slons. In dit huis pak ik het anders aan. Ik draag elke dag gewoon wat ik wil dragen en trek pas vlak voor het klussen in het huis mijn klusoutfit aan. Na het stoppen kleed ik me om in mijn eigen outfit. Ik voel me er een stuk fijner bij en heb dan niet het idee dat ik alleen maar uit te tekenen ben in slobberkleding.
  11. Weet wat je goed kunt en leuk vindt (en wat niet). Ik ben zelf op technisch vlak zeker niet de handigste, maar vind schilderen dan weer wel heel leuk. Van radiatoren tot muren tot akelig kleine hoekjes – mij kun je bellen (of nou ja, die uitdrukking moet je ook weer niet té letterlijk nemen 😉). Ik geloof zelf dat iedereen iets heeft waar hij/zij goed in is en dat het klussen veel leuker is als je de taken zo verdeelt dat je vooral dingen doet die jij enigszins kunt en waar je blij van wordt. Als wij samen klussen, neem ik bijvoorbeeld altijd de precieze verfhoekjes op me, terwijl Bart zich op de grote roller stort. En als Bart met gereedschap en sloopwerk in de weer is, ga ik aan de slag met schilderen. Zo heb ik meer lol in het klussen.
  12. Besteed dingen uit als je vreest voor het eindresultaat. Met sommige klussen in huis ben ik nogal een Pietje Precies. Dat geldt met name voor verven en behangen. Bij schilderen vertrouw ik gelukkig wel op mijn verfskills (en die van Bart). Maar met behangen weet ik dat ik het naar mijn smaak niet netjes genoeg voor elkaar krijg. Daarom zou ik dat altijd uitbesteden aan een professional. Dat scheelt mij een hoop frustraties over witte randjes en behangbubbels naderhand.