Tuintips voor de maand november
Een vroege winter maakt tuinwerk onmogelijk. Als de grond bevroren is, kunnen we daar niets meer mee. Hooguit kun je, als de bovengrondse temperatuur boven nul is, eventueel wat struiken snoeien. Knip afgestorven eenjarige planten boven de grond af en leg de afgeknipte stengels tussen andere planten op open stukken grond. Het geeft extra bescherming en vaak zitten er zaden en insecten in, waar vogels graag naar zoeken. Laat afgevallen blad liggen op plekken waar het geen kwaad kan. Het beschermt en is extra voedsel voor de bodem.
In de tuin vallen nu vooral de groenblijvers op: klimop, buxus, groene haagplanten en nog veel meer. De winterbloeiers kunnen al gaan bloeien en sommige grassen zijn nog prachtig met hun in het lage licht schitterende bloeipluimen.
Herfstbloeiers zorgen voor kleur (herfstkrokussen, herfsttijloos) en siervruchten zijn er nog volop, sierappeltjes bijvoorbeeld. En ook met bomen en struiken met hun vaak fraai getekende basten en kleurrijke takken, blijft er genoeg te genieten in de tuin. Denk dan aan kornoelje, berken en sommige sierkersen. De luchten zijn nu vaak schitterend. Het is heerlijk om daarvan te genieten, terwijl je lekker buiten bezig bent. Ook al koelt het buiten steeds meer af en gaat het ook vaker hard waaien. De winter komt er nu echt aan. Maar wat houd je tegen om toch de tuin in te gaan? Er is in de tuin nog van alles te doen, buiten klussen kan nog best! Groot en klein werk: van schuttingen zetten, terras veranderen, veranda’s bouwen enz. tot een heleboel kleinere ‘dingen om te doen’. Vergeet ook de vogels niet!
Bemesten, onderhoud en verzorging in november
Het afstervende geheel van stengels en bladeren bij vaste planten vormt een prachtig, beschermend winterdek boven de overlevende wortels. De nog overeind staande dode stengels breken bovendien de wind. Laat die daarom zoveel mogelijk zitten. Waar het afstervende materiaal groenblijvende planten dreigt te verstikken, moet je dit natuurlijk wel weghalen. Vindt je al dat afgestorven materiaal geen gezicht, vervang het dan door een lekkere laag compost, potgrond of (bij planten die van zure grond houden) tuinturf als compensatie. Kaal maken en verder niets doen, is slecht voor de planten.
- Blijf je gazon onderhouden
Zorg ook deze maand nog voor je gazon. Loop in ieder geval niet over bevroren gras, dat kan volgend voorjaar bruine plekken in het gras veroorzaken. Als het nog lang tamelijk warm is, kan het nodig zijn het gras nog een keer te maaien. Bij een buitentemperatuur van 6 °C of meer groeit gras nog steeds, maai dan niet te kort. Stel de machine af op 2,5 à 3 cm maaihoogte voor fijn siergras en op 4 cm voor het wat grovere speelgras. - Mosvorming in gazon
Van mosvorming hoef je je nu niets aan te trekken. Ga zeker niet bemesten om dat mos eronder te krijgen. Gras wordt dan namelijk weer gestimuleerd om te groeien, waardoor het erg vorstgevoelig wordt. Bij goede behandeling van de grasmat, verdwijnen de mossen in het voorjaar vanzelf weer. Haal wel regelmatig de bladeren van het gazon. Onder een laag bladeren kan het gras gaan schimmelen en verrotten. - Let op wortelbevriezing bij planten in potten!
Zelfs zogenaamd winterharde planten in potten kunnen afsterven als hun wortels bevriezen. Dat gebeurt natuurlijk eerder bij planten in kleine potten, dan in grotere. Planten in kleine potten kun je tijdens erg slecht weer beter tijdelijk binnen of meer beschut (wat warmer) zetten. Bescherm grotere potten en containers met noppenfolie. Dat werkt goed. Vergeet niet drainage-openingen vrij te laten. - Windschermen toepassen
Een boom of struik kan gaan ‘wrikken’ in storm of harde wind, dat zorgt voor wortelbeschadiging. Wintergroene soorten met hun bladeren zijn natuurlijk extra gevoelig. Een windscherm van tuinvlies of fijn gaas kan de windkracht breken, met een dicht scherm ontstaan er alleen maar val- en wervelwinden, die niet goed zijn voor de planten. Bovendien is er kans op beschadiging doordat de hele constructie kan worden omgeblazen. - Voorkom bevroren wortels bij containerplanten
Het is iets heel anders of de wortels van een heester in de volle grond groeien of in een pot. In een pot kan de winterse kou van alle kanten de aanval openen. In de volle grond alleen van boven af. Daarom is de kans op bevroren wortels in een pot veel groter. Zet kleine potten, als het kan, tijdens vorst op een koele plek binnen. Bescherm de inhoud van grote potten door er noppenfolie omheen aan te brengen. Dat isoleert heel goed. Zorg wel dat de afwateringsgaten vrij blijven. - Controleer overwinterende planten ook nu al regelmatig
Schimmels en (schild)luizen kunnen al oprukken. Kijk de planten er regelmatig op na en neem maatregelen als dat nodig lijkt. - Bollen en knollen voortrekken
Wil je bollen en knollen eerder in bloei krijgen voor bloei in huis (‘voortrekken’ heet dat), wacht dan tot er groene puntjes verschijnen. Als die zo’n 2-5 cm hoog zijn, kun je de bollen/knollen in het licht brengen, maar zet ze nog wel koel (10 °C maximaal). In een centraal verwarmd appartement is dit vrijwel niet te doen, misschien lukt het wel in het berghok. - Kleur op je balkon of terras!
Zorg ook in de komende maanden voor kleur op je balkon of terras! Zet de nu lege plantenbakken vol met kleurige planten, zoals winterheide, Skimmia, kleine conifeertjes, besdragende Pernettya, winterviolen enz. Bekleed de bakken voor het inplanten langs de binnenkant met isolerende noppenfolie (zorg dat de drainagegaten vrij blijven!). Gebruik verse potgrond. - Winterstekken nemen
Van planten zoals Aalbessen, Choisya en Forsythia kun je gemakkelijk winterstek nemen. Knip verhoute twijgdelen van ca. 30 cm lang af en steek die op een beschut plekje voor tweederde in een stukje goed gedraineerde grond, met de bovenkant boven! Ze zullen dan gaan wortelen. Soms worden ze door de vorst omhoog geduwd. Zet ze dan weer goed vast door de grond er omheen weer even aan te drukken. Tijdens heel koude periodes is het aan te raden om de stekken met tuinvlies beschermen. In het voorjaar zul je er blaadjes aan zien verschijnen. Dan zijn ze goed beworteld en kun je ze uitplanten. - Heb je aan de egels gedacht?
Egels overwinteren (winterslaap) niet in holen, maar onder een hoop blad en takken. Gooi daarom, als je er een plek voor hebt, een partij snoeihout en verzameld blad op een hoop bij elkaar. Je helpt er de egels en heel veel andere dieren mee!
Planten en zaaien in november
Het is nu een uitstekende periode om vruchtbomen en bladverliezende heesters te planten. Maak een ruim plantgat (groter dan de kluit) en breng daar op de bodem royaal organisch materiaal in aan. Even doorwoelen. Verbeter ook de uitgegraven grond die weer in het plantgat terug gaat. Snoei nieuwe fruitbomen direct na het planten. Haal verdroogde vruchten (de zogenaamde ‘mummies’) weg uit kersen-, appel- en perenbomen. Doe ze in de groenafvalcontainer, zeker niet in de compostcontainer. Ze kunnen een bron van infecties zijn.
- Fruitbomen planten
Heb je vruchtbomen ontvangen of gehaald, plant die dan in een ruim plantgat. Maak in het midden van het gat een soort heuveltje, waar je de stam recht boven zet (plant hem even diep als hij op de kwekerij stond – dat is aan de verkleuring op de bast te zien) en spreid de wortels over het heuveltje naar alle kanten uit. Meng compost door de uitgegraven grond (geen
tuinturf) en breng dat in het gat terug. Als er een lage entplek in de stam zit, een ringvormige verdikking, moet die plek boven de grond blijven. Druk de grond in het plantgat rondom goed aan met de neus van uw laars, steeds naar de stam gericht. Daarna flink water geven. Is er een boompaal nodig (op een winderige plek aan te raden), dan kun je die het beste in het plantgat vastslaan, voordat je de boom plant. Doe je het later, dan is de kans groot dat je de boomwortels beschadigt. - Je kunt nog bollen planten!
Denk niet alleen aan tulpen enz. Er zijn tientallen kleinere soorten (die vaak ook uit kleinere bollen en knollen groeien), die zeldzamer zijn dan tulpen, hyacinten, narcissen enz. Dat wordt het ‘bijgoed’ genoemd. Veel soorten bijgoed kun je uitstekend laten verwilderen. Het zullen er steeds meer worden en je hebt er geen omkijken naar maar wel veel plezier van. Denk bijvoorbeeld aan Krokussen en Chionodoxa enz. Eenmaal geplant, worden de groepen elk jaar groter zonder dat je er iets aan hoeft te doen. Plant die kleinere soorten altijd in losse groepjes, voor een zo natuurlijk mogelijk effect. Het is prachtig tussen bodembedekkers en heesters enz. - Mistletoe laten kiemen
Nog even en dan zijn op veel plaatsen weer bosjes groene mistletoe of maretak (Viscum album) te koop. Daar zitten meestal ook witte bessen aan. Deze plant leeft in wat zuidelijker gebieden op populieren, appelbomen en soms zelfs op coniferen. Het is opvallend dat bessen die van maretakken stammen die op appelbomen groeien, ook liefst op appelbomen kiemen. Hetzelfde geldt voor mistletoe op populieren. Probeer zo’n bes eens op een conifeer of appelboom te laten kiemen, als je die hebt. Maak een T-snede in de bast van de boom en smeer daar de fijngedrukte bes op uit. De zaden in de bes moeten in de snede komen. Bind de snede daarna met raffia of ander materiaal dicht (het is eigenlijk een soort enten). Met wat geluk zie je dan in het voorjaar twee kleine groene blaadjes verschijnen en is de operatie geslaagd. De boom heeft geen last van de maretak die erop groeit. Hij wordt er niet ziek van en sterft er ook niet door. - Bolirissen planten
Behalve de bekende voorjaarsbloeiende bolgewassen zou je ook eens bolirissen moeten proberen. Je kunt de irisbollen nu planten. Bolirissen bloeien prachtig en ze staan leuk tussen tulpen, narcissen enz. Het zijn trouwens ook goede snijbloemen en, anders dan irissoorten die bijvoorbeeld uit wortelstokken groeien, zijn ze niet kieskeurig wat grond en standplaats betreft.
Veel plezier met je tuin!